2020

terug naar de 2022 index



Langzaam Licht in 2022

droom
I have a dream

Ik droomde vannacht
Dat ik mijn laatste adem uitblies
In een rode ballon

Met een laatste snik
liet ik hem los
Door het open raam

En zag hoe mijn ziel
Omhoog zweefde en oploste
In de schone winterhemel 







verschil

Verschil moet er zijn

Jij spreekt van ‘ik ben in het hier en nu’ en kijkt diepzinnig
De dichter heeft het over het nu als afvoerputje van de tijd
En het hier is een verdwijnpunt van bestemmingen

Jij rijgt de momenten aaneen tot minuten en gaat verder
Voor de dichter zijn momenten steelse ogenblikken
die hem in een oogwenk leiden tot het moment suprême

Jij denkt dat een dag maar 24 uur heeft om van te leven
Voor een dichter is elke seconde een nieuwe wonde
elke minuut is een snikkend saluut en elk uur een oud avontuur

Jij denkt dat 60 minuten wachten langer duurt dan een uurtje slapen
Voor de dichter is een wachtkamer een kraamkamer van muzeweesgegroetjes
De slaap een valluik naar een sterren met regenbogen als vangnet

Jij ziet een jaar als 365 dagen om de agenda om te vullen
Een dichter ziet een jaar als eenmalige kringloop van ledigheden
Een repeteergeweer van spaties om een fontein van witregels te creëren







het komt goed

Kwam het toch nog goed

Vroeger was ik woestijnroeper
Daarna een muurprater
Vervolgens een zelfmompelaar

Tegenwoordig doe ik het zwijgen toe
En ja iedereen hangt nu aan mijn lippen
Luid en duidelijk klinkt de stilte

 

 

umwertung

Umwertung aller Werte

De waanzin is weer in het land
de stille vrede van de winter
maakt plaats voor een luidruchtige lente

knop en hart zijn weerloos
wonden heten opeens bloesems
pijn verwelkomen we als leven

De waanzin is weer in het land
de kalme rede van weleer
maakt plaats voor een dwingende vrede

geest en grond zijn weerloos
een corrigerende tik is een liefdesdaad
een oorlog heet een vredesmissie

In de naam van de liefde en de vrede
is alles geheiligd

 

 

scheiding

in de stilte coupe

de man leest het appje
hij juicht en iedereen mag het horen
“de scheiding is rond
ik kan weer leven!”

dan krijgt hij nog een appje
hij huilt en wij mogen het weten
“de ex krijgt de hond
o was ik maar dood!”

 

 

lente

IN DEZE LENTE

In deze lente met zijn zwarte bloedbesmeurde bloesems, geurend naar onvergoten
droge tranen van te groot geworden leed dat lotbestemd huivert over kelderzwarte
ongedelfde graven van onhaalbare vleesgeworden losgezongen idealen, schijn en
ongein woke opgeofferd onder een bekraste kraaienhemel waar het fluitende
kogellied als een huilende wolf het laatste jankende woord heeft, wil ik niet leven

In deze lente met zijn liefdevolle verwurgingen, de gedoemde valdans van de
tot liefde slaafgemaakten, geketend en gemarteld door de zoete pijn van het
omhelzingsvuur, vrijheid gelukzalig opgeofferd in een allesverterend zieltogend
samenzweringsmantra ikhouvanjouenjijhoudtvanmij, waarna alle versleten clichés
en tenenkrommende gemeenplaatsen weer klinken als een nieuw geluid, wil ik leven

 

 

zomer

Het is zomer
Maar het wil maar niet zomeren
Zoals soms de ochtendstond geen
Afscheid kan nemen van de nacht
Of zoals de weekend moet wachten
Omdat de vrijdag eindeloos talmt

Het is zomer
Maar het wil maar niet zomeren
Wat we nodig hebben is een list
De kalender spreekt duidelijke taal
Dus kom naar buiten allemaal
Trek je mooiste kleuren aan!

 

vrede

vrede

het meisje speelt piano
de jongen zingt een liedje
moeder schilt de aardappels
en vader slijpt het mes

de vlinder drinkt de nectar
de lijster zingt een wijsje
het hertje knabbelt berkenbast
en de jager legt aan

het orgel speelt een psalm
de jongen brandt een kaarsje
het meisje knielt en biecht
en de pastoor slaat een kruis

 

vrede
2099

Almere 123 jaar
ooit begonnen als een natte droom
is nu een voetnoot

een karkas van beton
en staal rust op
de bodem van de zee

het is weer water zoals het was
de vissen zijn almeerder
het is nu elke dag vrijdag

Almere werd bedacht
niet op een bierviltje
maar op een tekentafel

de liniaal als ideaal
nog tijdens de eerste schets
stierf de droom in een lijn

toen het water week
bouwde men een stad als
een aangespoelde zeehond

het regent altijd in Almere
het water is er zoveel natter
te veel om te huilen

de stoplichten staan er altijd op rood
niemand weet weg in Almere
alle wegen lopen dood of om

het is altijd nacht in Almere
stad van zwartkijkers en wegkijkers
kraaien zien ze het liefst

in Almere is het altijd maandag
alle poezen zijn er katers
en alle meisjes heten Ally

het waait altijd in Almere
de dreven zijn te breed
de pleinen veel te leeg

klinkt daar een viool?
nee een baby huilt
cultuur in Almere

het is komen of gaan in Almere
iedereen is op doorreis
vluchtelingen slaan op de vlucht

op zijn best en op zijn mooist
was Almere een visioen van hoop
een fata morgana van de liefde

Almere 123 jaar
ooit begonnen als een natte droom
is nu een voetnoot

een karkas van beton
en staal rust op
de bodem van de zee

het is weer water zoals het was
de vissen zijn almeerder
het is nu elke dag vrijdag






mijn hart
mijn hart

in het bomenloze bos
volg ik de weg van de wolken
een vreemdeling met een houten been
groet me met een opgeheven vuist

zo blijft hij staan
zijn been schiet wortel
in zijn opgeheven vuist
rijpt een appel / bloeit een roos

ik zet mijn ezel neer
ooit was hier enkel een verte
voor dichtbij was geen ruimte
appels rijpten rozen bloeiden

ik maak een doek van
2 duimen en 2 wijsvingers
een ruimte voor de leegte
in de vorm van een hart

ik streel een streek
een ronding rood
een vuist zonder hand
appels vallen rozen bloeden

morgen rij ik naar je toe
en vraag je hand
ik geef je geen ring
geen rozen maar een appel




houdbaar
ten minste houdbaar tot einde (1)

we kregen allebei dezelfde kamer: nummer
negenenzestig, dat kan geen toeval zijn
we zagen en herkenden elkaar in onze ogen
we lagen niet veel later zoals het heet tussen de lakens
we wisten allebei: deze mooie droom wordt
gewist eer de haan driemaal kraait

we reden in een rode cabriolet over de boulevard
we vreeën in een parkeergarage op de achterbank
we schreven op het strand onze namen in het natte zand
we bedreven ter plekke de liefde voordat de vloed kwam

we zaten op een terras waar obers pinguïns waren
we aten oesters en dronken roze champagne
we wezen naar de ondergaande zon boven de zee
we prezen bovenal elkaars schoonheid en passie

we kregen de rekening die we eerlijk deelden
negenenzestig euro, dat kan geen toeval zijn
we liepen hand in hand terug naar ons hotelletje
we sliepen ineenverstrengeld onze droom
we wisten allebei: wat de nacht brengt wordt
gewist door de rozevingerige dageraad







ten minste houdbaar tot einde (2)

eendagsvlieg
verwekt door de maan
gewekt door de zon
uitgewist door de nacht

inspiratie
ingefluisterd door de muze
afgeluisterd door de dichter
uitgewist door de backspace

liefde
bedreven door geliefden
geschreven door twee harten
uitgewist door de vloed



terug naar de 2022 index


© geert van der wijk - 2023