2020

terug naar de 2024 index



Langzaam Licht

langzaam licht
Karma

Goede raad is duur, achter elke nieuwe deur een blinde muur een dove schreeuw
Achter menig goedbedoeld gebaar ligt een dubbelzinnige glimlach op de loer
De wetten van de geest vragen richting, de duiding van een schietschijf zonder roos
Elke lente geuren de abrikozen schuldiger, de pijn van een slecht geweten dooft nooit

Het eigen risico is opgebruikt, de volgende fase: ik voel iets kouds tegen mijn slaap
De kracht van een beladen woord is onverbiddelijk, het dossier wordt steeds dikker
Het gelijk van eigen geluk schiet te kort, genade is alle dagen brood en water
Een zachte landing in een lade is alles wat mij rest, mijn woordenschat een hol vat

Wat biedt nu nog soelaas? Een opbeurend citaat wellicht, liefst eentje in context
Meerstemmige liederen kunnen ook helpen, vuur verbroedert, as verbindt
De wreedheid van een uitgestoken hand of de tederheid van een gebalde vuist
Keuzes…. Hulp is onderweg, zie daar komen de redders, vlucht voor het te laat is




langzaam licht
met terugverende kracht

een iets te lang vastgehouden hand
een vluchtige kus in het luchtledige
gemompelde troostende woorden
de koffie maakt de cake verteerbaar

bezwaren maken, conclusies trekken
verbanden leggen, zegeningen tellen
vuisten ballen, gevoelens delen
de boodschap na de pieptoon is onverstaanbaar

de trein rijdt achteruit de stad uit
ik lees op de wc-deur: gisteren is nog niet begonnen
het verlies slaat terug met terugverende kracht
plotseling zonder overgang is het vorig jaar

ze neemt me apart: ik moet je iets vertellen
een passerende goederentrein overstemd haar woorden
wat ik nog meekrijg is dit: tot de dood ons scheidt
en dan als een rookgordijn kunnen onze lippen op elkaar





langzaam licht
Zelfliefde voor dummies (een villanelle)

Je moet je eigen ongeluk niet plannen
Sommige sleutels kun je beter niet gebruiken
Het laatste wat je wilt, is jezelf kennen

Voor monsters in jezelf wil je 't liefst wegrennen
In een zwembad zonder water wil je niet duiken
Je moet je eigen ongeluk niet plannen

In plaats van lijden kun je beter jezelf verwennen
Als het buiten stormt sluit je de deuren en de luiken
Het laatste wat je wilt, is jezelf kennen

Zwijgen is daarom altijd beter dan ontkennen
Wat je ook zegt: men zal het tegen je gebruiken
Je moet je eigen ongeluk niet plannen

Hechten en loslaten, je kan er niet aan wennen
Kaalhoofdigheid verhelp je niet met pruiken
Het laatste wat je wilt, is jezelf kennen

Wat stinkt wordt verbloemd met de geur van dennen
Zo jammer: eigen scheten vind je het lekkerst ruiken
Je moet je eigen ongeluk niet plannen
Het laatste wat je wilt, is jezelf kennen

Moraal:
Elke herinnering is een oefening tot een beschadiging
Elke bevestiging is een ontkenning van een ervaring
Elke openbaring is een uitnodiging tot een beschuldiging
Elke genezing is een koestering van een verwonding
Elke toespeling is een inleiding tot een verleiding
Elke ontdekking is een verbazing in plaats van een verklaring
Elke afrekening is een plundering van de bankrekening





langzaam licht
Vliegangst


Er zijn dagen dat ik je niet kan verdragen
Altijd dat vragen naar de bekende weg
Hoe verdraag ik nog langer je kermend klagen
Je eindeloos gekoekoek als ik iets zinnigs zeg

Liefje, mijn lief, het leven is mooi maar zo pijnlijk kort
Ik wil niet langer je redder, je engel, je geweten zijn
En geen dwaas, geen sukkel die zijn hart uitstort
In bodemloos zwart gat, kotsend boven een ravijn

Laten me verstandig zijn, de feiten onder de ogen zien
We hebben elkaar nodig, twee voelen meer dan een
Twee weten meer dan een, twee is beter dan alleen
Ons afscheid verdient een happy end misschien

Weet je nog hoe het was deze zomer in het hoge gras?
Je speelde met me terwijl ik je mijn nieuwe boek voorlas
Na elke zin gaf je me een zoen en vree met me na elk hoofdstuk
De avond viel, de nacht bracht vallende sterren en dus geluk

Ik deed een lieve wens maar je reageerde met een vloek
Je zei: liefde is geen belofte, is geen stip op de horizon
Liefde is onmiddellijke nabijheid, lavend aan de oerbron
En ogenblikkelijk, hier en nu, zonder uitstel! koekoek!

Later in de ochtend liepen we in de bergen hand in hand
Opeens zomaar trok je me naar de rand van een ravijn
Je wees naar de diepte en je zei: daar wil ik zijn
Je ogen straalden toen je vroeg: gevoel of verstand?

Ik antwoordde niet maar hield je hand wat steviger vast
Je zei blij: zullen we vallen, de zwaartekracht tarten?
We zullen vliegen, vrij als engelen, vrij van alle smarten!
Ik trok je terug, je zweeg, voortaan droeg ik je last

Ik leidde je weg van alle wateren en diepe afgronden
Maar je bleef me vragen naar offers, naar het onmogelijke
Je wilde vliegen hier en nu, ogenblikkelijk en onmiddellijk
Ik bracht je naar een oord waar ze je veilig vastbonden

Vandaag kom ik moe thuis: de sleutel breekt in het slot
Een tollend knarsen begint zijn wentelend aanvang
Koekkoek! roep ik luid tegen een onzichtbare god
ik lach en opeens is het me helder: liefje ik haal je op

en geef je vleugels waar je zo naar verlangt







langzaam licht
het is een nacht

de avond sluit de luiken
het licht raakt zoek
de beweging verstomd
de stilte maakt overuren

de nacht landt zacht
een kus vindt zijn weg
een mond vangt hem op
tongstrelend likkebaardend

huid komt handen tekort
bloed zingt dronken
harten bekennen kleur
horen en zien vergaan

bronnen worden ontdekt
velden beregend
zachtheid breekt door
nemen wordt geven

een zucht ontsnapt
een liedje met een snikje
een vloekend dankgebed
voor een dieper wezen

de kosmos antwoordt
altijd bevestigend
ontvangt elk verlangen
geeft alles uit gemis

de ochtend kraait
de nacht verschiet van kleur
de dag rolt zijn loper uit
de stilte slaat de trom

het huis ontwaakt
de wc spoelt door
het rioolwater
stroomt naar zee





langzaam licht
de nacht is van ons

het regent
zwarte vogels vliegen over het veld
donkere wolken drijven door de dreven

het schemert
schimmen stijgen op uit schoorstenen
vleermuizen verzamelen zich in de verte

het huivert
in het woud jagen weerwolven
uit de graven komen geesten

het nadert
de kaken en klauwen van het kwaad
borrelen met bekers vol bruisend bloed

wie niet weg is moet het zelf maar weten





langzaam licht
schemer

het is nog niet donker
het licht hoeft niet aan

het is bijna donker
het licht kan bijna aan

nu is het donker
ik doe het licht

niet aan





langzaam licht
Groeten uit Grollo

De zwangere geuren zijn hier net dorstige vlinders, weerloos als robotmaaiers
op gladgeschoren gazons

De gretige meisjes groeten je zo oprecht als gemompelde weesgegroetjes, onschuld
verliest even zijn houvast

De betraande zigeunerogen echter, kleine tegenslag, ontberen de lila zachtheid
van cumuluswolken

Maar wie hier wandelt neuriet koeterwaals in een zoemend laantje zonder vrees,
wijd gebarend

Mooier gezegd: het landschap hult zich stil in een gekromde vacht van zwarte aarde,
enkel kracht te wezen

Hoor, hoe de omweg dronken slingert, de wind tegen de haren strijkend, godgeklaagd
tegen beter weten in

Waarneming: in een luie sloot zonder kant noch wal is het goed toeven voor de
zeldzame lanterfant

En ik? Ik kijk hoe beeldspraak de horlepiep danst met breedspraak, het beste beentje
voor, een tandje erbij

Vals spel! Reeds worden de benen genadeloos gespreid: een overmoedig leesteken verandert
in een litteken




langzaam licht
Handen

Na gedane arbeid is de file naar huis een moment van bezinning
Halverwege het opheffen van de middelvinger verandert hij van gedachten
Zijn wuifgebaar is ingetogen, koninklijk minzaam: gaat u maar voor
Respecteer de wet, let op de omgangsvormen, verval niet in herhalingen

Hij kan geen ei bakken zonder dat het rookalarm afgaat
Onverstoorbaar gaat hij door, koken is oorlog, eten is vrede
Hij eet zoals iemand die vaak alleen is, met zijn handen als een hond
De avond kan hij goed verdragen, zijn reflexen zijn zuiver

Hij kleedt haar uit, bedachtzaam met veel terzijdes zonder haast
Dan zegt hij iets gevoeligs, zij moet lachen van teleurstelling
Hij vlucht met achterlating van zijn geweten, dat reist lichter
Hijgend hangt hij over de leuning van de brug en kijkt naar zijn bloedende





langzaam licht

fade in

de zoeker kadert het uitzicht
de horizon wordt verlegd
volgens de gulden snede

een kale eenzame boom
gehoorzaamt het cliché
het strijklicht doet de rest

een stofwolk in de verte
is een mooie toevoeging
een goederentrein passeert

het moment is daar
de gescripte realiteit
wordt geript tot pixels

fade out




langzaam licht
Noodpakket

Dit loopt niet goed af, ieder voor zich, god heeft ons verlaten
Vergeet de levensvragen, jezus hangt, het stopwoord is verloren

Ik kom je halen, helpen bij het oversteken, mag ik je hand

Regels horen op tegels, dat begrijpt een kind, voor ieders bestwil
Aan alles komt een eind, red jezelf, wie niet weg is, is het haasje

Kom we gaan of blijven, het is om het even, mag ik je dragen

We doen ons best, twee maal onderstreept, drie keer herhaald
Vertrouwen wordt uitgesproken, met de klemtoon op elke lettergreep

We zijn er uit, tijd voor een nabeschouwing, mag ik bij je liggen

De hoofdkraan is dicht, het gas uitgedraaid, de laatste trein gehaald
Allemaal uitstappen, mind the gap, graag opstellen in rijen van tien

Nu nog 1 verhaaltje voor het slapen gaan, mag ik je zoenen





terug naar de 2024 index


© geert van der wijk - 2025